Deze twee termen klinken velen als onlosmakelijk in de oren. Sporten doe je vooral voor de gezondheid. Toch werd sport niet altijd gekoppeld aan gezondheid. De Romeinen hadden het al over disportare, oftewel verstrooiing en vermaak. De Engelsen gebruiken nog steeds het werkwoord to disport. De Fransen namen het ook over en noemen het desport, wat zoiets als ‘oefeningen en ontspanning, die vaardigheid en kracht bevordert’. Nu snap ik ook waar de naam van het bekende café “De Sport” vandaan komt. De Grieken zijn misschien wel begonnen met deze verstrooiing en vermaak en daar mogen wij nog elke vier jaar de vruchten van plukken door te genieten van de Olympische Spelen.
Met de wetenschap dat we begeleid worden door goed opgeleide trainers leggen we als loper veel verantwoordelijkheid bij de trainers. Natuurlijk hebben de trainers cursussen gevolgd als het gaat om reanimeren of eerste hulp, maar er ligt ook een verantwoordelijkheid bij de loper.
Laat ik bij mezelf beginnen. Dat is altijd makkelijk en ik stoot niemand tegen de schenen. Het lichaam waarin ik gehuisvest ben, laat de laatste jaren wat mankementen zien. Ik heb sinds mijn 10e diabetes. Dat is lang geen enkel probleem geweest. Mijn diabetes was juist de reden om veel aan sport te doen. Sporten of bewegen is voor iedereen goed, maar voor diabeten misschien wel pure noodzaak. Sinds 15 jaar ben ik rechts doof en een jaar geleden is ook mijn linker gehoor flink minder geworden. Lange tijd heb ik daar geen enkel probleem door ondervonden. Toch is de trein sinds een aantal jaar in een ander tempo komen te rijden. Artrose bij mijn gewrichten is de belangrijkste boosdoener. Na 17 marathons en heel wat halve marathons loop ik nu op een heel ander niveau. Wat ik zelf gemerkt heb, is dat ik daar maar weinig mensen over verteld heb. Je wilt anderen niet lastig vallen. Toch wil ik mensen aanraden om belangrijke gezondheidszaken te delen met je trainer en medelopers. Je hoopt het natuurlijk nooit, maar wanneer er onderweg iets gebeurt, dan is het goed, dat anderen weten hoe te handelen. Een aantal jaar geleden overkwam het mij, dat tijdens een training mijn bloedsuikerwaarde toch sterk daalde. Het nemen van dextrosetabletten hielp niet en ik vertelde mijn trainer, dat ik terug zou lopen naar de club. Heel alert vroeg mijn trainer of er iemand mee moest. Zo eigenwijs als ik ben, zei ik natuurlijk dat dit niet nodig was. Het was per slot van rekening maar een paar kilometer. Gelukkig was er iemand in de groep, die zich niet liet foppen en erop stond mee te lopen. Tot op de dag van vandaag ben ik haar dankbaar. Onderweg naar de club ging het steeds minder en was zij genoodzaakt om bij wildvreemde mensen aan te bellen met de vraag om wat suiker! Zelf was mij dat zeker niet gelukt en de eventuele gevolgen laten zich raden.
Mijn boodschap mag duidelijk zijn. Om veilig te kunnen sporten, is het van belang om de juiste en noodzakelijke informatie te delen met je trainer en medelopers. Laat het nooit gebeuren, dat we achteraf moeten zeggen, dat iets voorkomen had kunnen worden.
Ik wens jullie heel veel ‘verstrooiing en vermaak’, ook met dit nieuwste HRR Magazine, waar het thema ‘sport en gezondheid’ als een rode draad doorheen loopt!
Marcel Kamsteeg
Voorzitter