Hague Road Runners

In de spo(r)tlight bij The Royal Ten

Han Elkerbout

Het is weer tijd om in de archieven van The Royal Ten te duiken, dit keer met Han Elkerbout. Een van de eerste bestuursleden van The Royal Ten. 10 jaar geleden droeg Han het stokje als Hoofd Parcours over. We blikken samen terug op het begin van de loop en zijn carrière als bestuurslid.

Hoelang ben je al lid van The Hague Road Runners?
33 – 34 jaar, zoiets.

Waarom ben je lid geworden?
Ik liep met mijn vrouw Marga door het Centraal Station destijds. Daar maakte ze reclame voor de Babylon Loop. Toen zei Marga ‘zullen we dat doen? En ik zei ‘nou, ik ben helemaal niet het type om hard te lopen. Ik heb een hekel aan hardlopen. Dat ga ik niet doen’. Toen de broer van Marga voor een maand overkwam vanuit Australië, zijn we met de familie elke keer wezen drinken en uiteten geweest. Mijn schoonzus zei toen dat we na het vertrek van Marga’s broer echt iets aan onze conditie moesten gaan doen. Zij was al lid van The Hague Road Runners. We besloten om mee te doen met The Hague Ten Miles. Ik had toen nog niet in de gaten dat dat 16 kilometer was. Ik dacht dat is 10 kilometer. De start was in het Zuiderpark. De rest van mijn groepje liep snel weg en ik dacht ‘ik ga mee’. Nou, ik ging helemaal kapot. Ik stond aan het eind bij het ADO Stadion over te geven. Ik was helemaal stuk. Toen zei ik: dat doe ik niet meer. Toen heeft ze me toch overgehaald om op dinsdag met haar alleen te gaan lopen. We zijn rustig aan begonnen en steeds werd de training iets uitgebreid. Toen heb ik mezelf voorgenomen dat als ik The Hague Ten Miles onder een bepaalde tijd zou lopen – ik weet niet meer wat het was – dan word ik ook lid van de Road Runners. En zo ben ik lid geworden.

Bestuur Royal Ten
Bestuur Royal Ten in 2006

Wat vind je zo leuk aan The Hague Road Runners?
Als je kijkt naar voetbal, hockey of tennis, is het altijd een bepaalde groep mensen die dat doet. Bij ons op de club zie je van alles lopen, zowel qua beroepen als mensen. Het enige wat wij weinig hebben op de club, is mensen van kleur. We hebben wel eens geprobeerd om daar verandering in te brengen. Dat is helaas niet gelukt. Dat is jammer. Maar voor de rest, iedereen kan zijn weg vinden. Je bent overal welkom en er zijn verschillende groepen. Dat vind ik prettig.

Hoe ben je betrokken geraakt bij The Royal Ten?
Ik was destijds betrokken bij The Fit Ten Miles. Het bestuur had mij een keer gevraagd of ik een parcours wilde tekenen voor ze.

Waarom vroegen ze dat aan jou?
Ja, dat weet ik niet.

Had je daar al ervaring mee?
Nou, nee. Maar misschien omdat ik daarvoor tien jaar rally gereden heb. Ik had wat betreft parcours wel een aardig inzicht. Het parcours van The Fit Ten Miles werd altijd door Ruud van Groeningen gedaan. Ik heb toen gezegd dat ik wel wilde doen, maar wel samen met Ruud, want ik wilde Ruud absoluut niet passeren. En dat heb ik heel fijn met hem samen gedaan.

Fit was de toen de hoofdsponsor van de loop, maar die trok zich na 3-4 jaar terug. Waardoor we zonder sponsor zaten. De toenmalige voorzitter Cor Zwart zag het toen eigenlijk niet meer zitten. We zaten ook nog eens in november, wat al een slechte maand is voor een hardloopwedstrijd. We hadden dan nog wel eens dat er een strooiwagen over het parcours moest. Toen heb ik met Cor Zwart en Ronald Boekkamp overleg gehad over een nieuwe hardloopwedstrijd. Ik zei ‘waarom gaan we niet naar de zomer?’. Dat was toevallig net het jaar dat de Vredespaleisloop was gestopt. Die was altijd in april-mei. Omdat ik ook al het parcours tekende voor The Fit Ten Miles, heb ik toen een nieuw parcours getekend. Ik heb Herman van der Stijl, die was toen een snelle loper uit groep één, gevraagd of die het parcours een keer wilde lopen. Om te kijken of het parcours gunstig was, met name voor snelle lopers. En zo hebben we The Royal Ten opgericht. Samen met Cor Zwart en Ronald Boekkamp. Een collega van Ronald deed de financiën, en volgens mij was het Lidia Blok die het secretariaat deed. Samen vormde we het bestuur. Later hebben we Rob Krahmer erbij gevraagd, om het start-finishgebied te runnen. Dat deed ie ook altijd al bij The Fit Ten Miles.
Hoelang ben je uiteindelijk onderdeel geweest van The Royal Ten?
Ongeveer 13 jaar. Als Hoofd Parcours. Toen heb ik het aan André Papilaja overgedragen.

Waarom heb je besloten om het over te dragen?
Ik vond dat ik het lang genoeg had gedaan. Ik werd toen 60 en was al 2 jaar daarvoor met pensioen gegaan. Ik vond tijd dat er opvolging kwam van jongere mensen. André werkte al met mij samen op het parcours en ik vond dat hij ook het inzicht had om het parcours te kunnen doen. Dus die overdracht is vrij soepel gegaan.

The Royal Ten bestaat volgende editie 26 jaar (Covid jaren niet meegerekend), dat is best lang. Al helemaal omdat er al die tijd een vrijwilligersorganisatie achter heeft gezeten. Jij bent er al vanaf het begin bij. Wat kan je nog goed herinneren van het vroege begin?
In het begin deden we alles zelf. De regels waren toen veel soepeler. We vroegen bij de gemeente 400 dranghekken aan, die werden geleverd op het Malieveld, en die moesten we zelf uitrijden en plaatsen. Het was toen heel simpel.

Waardoor kwam dat denk je?
Omdat er minder regels waren. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het verkeersplan van toen versus nu. Wij hebben toen uiteraard ook een verkeersplan gemaakt, maar wij maakten toen zelf onze verkeersborden. Dat kan niet meer nu. Dat wordt nu door de gemeente geregeld. En dat kost geld. Ik denk dat na wat er zich in Volendam heeft afgespeeld, dat alle regels voor evenementen veel strenger zijn geworden.

Is er veel veranderd aan The Royal Ten van toen vergeleken met nu?
Niet zo gek veel. Ik vind het heel goed dat wij als vereniging als enige nog de organisatie van zo’n evenement met allemaal vrijwilligers kunnen doen. Bij de meeste hardloopwedstrijden worden die ingehuurd, en wij kunnen dat nog elke keer uit de onze vereniging putten. Dat vind ik een positief punt naar onze vereniging toe.
Verder is het met de jaren natuurlijk professioneler geworden, qua aanpak en allerlei andere zaken ook. Maar er is ook veel hetzelfde. Net als jullie nu hebben, hadden wij ook problemen met de financiën toen wij net begonnen. Ik zei toen al ‘je kan een grote sponsor hebben, dat is perfect. Maar die blijft drie jaar en gaat dan weer weg. Dus waarom proberen we niet om kleine sponsors binnen te halen?’ Zo hadden we op een gegeven moment 20 sponsors van minimaal 250 euro (gulden toen nog) en dat werkte.
Ik ben ook trots – als parcoursbouwer – dat het altijd al vanaf het begin een parcours was dat echt tien kilometer was. Ik heb me altijd verschrikkelijk gestoord aan hardloopwedstrijden waar het parcours dan 9,5 of 10 en een beetje kilometer was. Sindsdien wordt het parcours altijd door de Atletiekunie gemeten.

Heb je een meest memorabele editie van The Royal Ten?
Twee zelfs. De eerste is een editie die op dezelfde dag viel als Moederdag. Toen kwam het voorstel vanuit het bestuur om iedereen die over de finish kwam een roos te geven voor Moederdag. Maar ja, hoe kom je daaraan? Ik heb toen drie dagen voor de wedstrijd HRR-lid Hans Habraken gebeld, die zat in planten en die had wel connecties. Die heeft toen gezorgd dat we 2500 rozen kregen en hebben we iedereen die finishte een roos gegeven.
De tweede is ook een leuk verhaal. Ik werd een keer gebeld door Joop de Gier en die kon via een sponsor bidons krijgen. Hij vroeg mij om een leuk verhaal op te schrijven waarom we die bidons moesten hebben. Toen heb ik een verhaaltje gemaakt over dat water de basis is van het leven en van iedereen. En toen kregen we 3000 oranje metalen bidons. Die werden door een enorme vrachtwagen met oplegger bij de club afgeleverd.

Han Elkerbout loopt op woensdagochtend mee in de groep van Annie. Al noemt ie het zelf meer joggen dan hardlopen tegenwoordig. Verder wandelt hij op woensdagavond en zondagochtend op de club. Hij is ook wandeltrainer van zijn eigen wandelgroep. Daarnaast wandelt hij iedere dag zo’n anderhalf uur samen met zijn vrouw Marga om in conditie te blijven. Elk jaar in februari gaat hij met een groepje van The Hague Road Runners skiën in Radstadt en later ook nog eens met vrienden en familie.