De marathon van Rotterdam komt eraan. Drie lopers uit de groep van Barbara van Gessel wagen zich eraan, voor het eerst.
Vooral niet te snel
Voor Bert Jan Ellen (40) was een marathon wel het laatste waar hij als hardloper aan dacht. “Ik had het ooit mijn zus zien doen, die was helemaal stuk na afloop. Dat leek me geen fijn vooruitzicht.” Toch liet hij zich overhalen toen Maaike van Buul (45) uit zijn eigen hardloopgroep hem eind vorig jaar benaderde.
Maaike dacht al wel langer na over een marathon, maar steeds kwam het er niet van. “Totdat ik een collega een marathon zag lopen, in vijf uur. Ik dacht: dat kan dus ook, het hoeft helemaal niet snel.” Maaike wist ook Marco van Dam (51) zover te krijgen, samen trainen ze nu enkele maanden, onder begeleiding van Barbara van Gessel.
Snel herstel
De afgelopen tijd zijn de afstanden geleidelijk aan opgevoerd. “We trainen vier keer in de week en zitten nu rond de 30 kilometer. We hebben een strak schema en proberen het tempo bewust laag te houden. Eten en drinken nemen we mee, zodat we ook de langere afstanden aan kunnen”, vertelt Marco. Tot nu toe werkt dat prima. “Het verbaast me hoe goed het lichaam het houdt. Kennelijk kun je altijd meer dan je denkt. Als ik nu 20 kilometer loop, ben ik al na twee dagen hersteld. Tegelijk moet je waakzaam blijven. We moeten verzuring en stijfheid de baas blijven en ervoor zorgen dat we niet geblesseerd raken. De grootste uitdaging is om je in te houden.”
App-groep
Wanneer ze niet samen kunnen, werken ze het trainingsschema apart af. Marco liep zelfs een paar afstanden in de bergen, tijdens de wintersport. Via de app houden ze elkaar op de hoogte van hun vorderingen. Nu Rotterdam steeds dichterbij komt, wordt het spannend, maar het drietal blijft nuchter. “We doen wat we moeten doen, ook als we geen zin hebben”, zegt Maaike. “Voor mij is de marathon al geslaagd als ik hem uitloop!”
Sal Stam
Lees ook: Een marathon lopen: enkele do’s en don’ts – door Hanna Vandenbussche